Nelfen wandelingen Texel

De wandeling van vandaag deed me onderweg denken aan de eerste strofe van een liedje, gezongen door Drs. P. “Het vriest een graad of veertig, het is winter en vrij koud”… Het vroor niet, het zijn de laatste dagen van de zomer en zo koud was het eigenlijk ook niet… Maar het regende… onophoudelijk en door de stevige wind uit het westen leek het wel een najaarsstorm. Terwijl we de eerste stappen hadden gezet op de slikken van de Slufter begon het te regenen en het hield pas echt op toen we, ’s avonds op de terugweg weer ten zuiden van het IJsselmeer kwamen…

Over there be monsters...

Het plan was goed. Nodig een stuk of wat enthousiaste fotografen uit om een dagje op het eiland Texel te gaan rondhollen en foto’s te maken van de mooie natuur aldaar. De duinen, de zee, het strand, de vogels, misschien een al dan niet verdwaalde zeehond, de bultrug die was gesignaleerd in de wateren rond de wadden, misschien zelfs een door de zon beschenen uitgestrekt landschapje.
De enthousiaste fotografen waren er. Dertien man en vrouw sterk was in de auto gestegen op een onmenselijk vroeg uur en kwam early in the morning aan op de vastigheid van het eerder omschreven eiland. De duinen, de zee, het strand, de vogels waren er al sinds mensenheugenis en dus ook op deze dag. Dat de verdwaalde zeehond niet gezien is, noch de eerder gesignaleerde bultrug, was geen ramp. Maar de onophoudelijke regen en harde wind hadden we kunnen missen als de spreekwoordelijke kiespijn.

De vooruitzichten waren niet geweldig, maar gaven wel droge perioden aan. Later bleek veranderd te zijn in een massief regengebied, wat met harde wind vanuit het westen, in oostelijke richting dreef, precies over het noordelijkste deel van ons kikkerende landje… Zucht.

Maar. Er zijn ook positieve dingen gebeurd tijdens onze dag uit. Na de hereniging met twee expeditieleden die al op het eiland waren, togen we naar een etablissement alwaar we luid zingend de verjaardag vierden van een onzer. Na de koffie en appelgebak klommen we over de duinen naar de Slufter, waarbij na de eerste stappen in de modder van de slikken, de regen begon te vallen. Maar over dat laatste heb ik voldoende geschreven, zo lijkt me. De eerder geplande route werd als verloren beschouwd en het gezelschap trok recht toe richting de zee. Maar niet voor een verzameling Fiatjes uit vroeger tijden was bewonderd en gefotografeerd. Deze stonden op de parkeerplaats van voornoemd etablissement.
De donkere wolken, de regensluiers, de door de wind gegeselde planten en grassen, de modder van de slikken, de door de natuur gegraven kwelders. Het fotograferen werd vrijwel onmogelijk gemaakt door de neder dalende evaporatie. Vlakbij de zee was een flinke duin waar het vriendelijker toeven was, uit de wind. Het gezelschap, gehuld in beschermende kledij besloot uiteindelijk terug te keren naar de voitures om naar de aangekondigde roofvogel show te gaan kijken. Een route door de duinen markeerde een vriendelijk pad terug naar de auto’s en na een boterham en een slok koffie, gleed de karavaan door de niet aflatende regen naar een ander deel van het eiland.

Een soort van tuincentrum, orchideeëntuin en vogelbush, zo werd aangekondigd op een kleurrijk bord. Een bijna vriendelijke warmte kwam ons tegemoet toen we de kassen binnen traden. Bij navraag aan de patron van het etablissement vertelde zij ons fijntjes en geheel; in eigen stijl dat het geheel aan het ‘zeikweer’ zou afhangen of de roofvogels zouden vliegen vandaag. Een onzer maakte de opmerking van de eeuw op zijn eigen intellectuele wijze: “Als ze stil blijven zitten dan vliegen ze in elk geval niet…”. Toch een verheugend moment om even in de nabijheid van zo’n beredeneerd en rationeel mens te mogen verblijven…
Maar er was koffie te krijgen, of eigenlijk een soort van gootwater wat met een druk op de knop in een kopje klotste, we zaten droog en er was een heuse vogelshow en een binnentuin waar allerhande vogeltjes rondvlogen te midden van een weelderig groeiende jungle met bloemen in allerlei kleuren en variaties. De leden met macro objectieven konden hier hun hartje ophalen. Felgekleurde papegaaien, vinkjes, duifjes en allerhande ander gevleugelte fladderde er rond.
De roofvogels vlogen buiten slechts een korte wijle terwijl de regen nu serieus met bakken tegelijk naar benee viel. Toch was het op een vreemde manier een gezelligheid in het etablissement wat we niet hadden willen missen.

Verdere activiteiten werden genegeerd vanwege het aanhoudende slechte weer en het gezelschap vertrok naar het dorpje de Koog voor een serieuze borrel en een hapje van het een of ander. Het eethuis had als passende naam “het biervat” mee gekregen en zag er gezellig genoeg uit met donkerbruine tafels en stoelen. Dertien man zeeg neer bij een stel haastig aaneen geschoven tafeltjes en al snel waren we voorzien van drank en even later ook spijs. Het eerste rondje werd getrakteerd door onze jarige job, hetgeen met gejuich werd ontvangen. De spijs bestond voornamelijk uit pannenkoeken en saté met frieten, wat smakelijk werd verorberd.
Gezelligheid kent geen tijd en dat werd hier nogmaals bewezen. Gelukkig zonder haast, maar wel met enige aandrang werd de rekening betaald en ging de karavaan andermaal op weg naar de boot die ons naar de vaste wal terug zou brengen.

De terugreis verliep voorspoedig, ditmaal door het Friese land. Geen files, die wel werden aangekondigd in het Noord Hollandse deel. Het was al donker toen we thuis kwamen en afscheid moesten nemen van elkaar. De andere auto’s waren uit het oog verloren na het debarkeren en we hadden enkel even gezwaaid naar elkaar ten afscheid.

Zo werd wederom, ende ditmaal een erg natte expeditie van de nelfen afgesloten. Ook dit avontuur wordt andermaal ende nog eens bijgeschreven in de annalen van de werkgroep natuur en landschap fotografie, met dank aan de enthousiaste groep deelnemers.

[svgallery name=”NelfenTexel” link=”Ga hier naar de fotoserie!”]

.