Eenmaal per maand organiseren we een natuurwandeling met de werkgroep Natuur en Landschapfotografie van de fotoclub AFV de Veluwe in Apeldoorn. De wandeling van vorige week kon niet doorgaan vanwege het barre weer en de enorme hoeveelheden regen die toen naar benee kwamen. Deze zondag was het rustiger weer. Wel zwaar bewolkt, maar windstil met een aangename temperatuur.
De groep bestond uit een aantal enthousiaste fotografen die van wandelen en natuur houden. De route hebben we ingekort en we hebben rond het landhuis Joppe de boel verkend. Het landhuis en de rondom liggende percelen doen een beetje denken aan de Engelse landschappen die je doorgaans vindt rond de landhuizen die bewoond worden door edelen. De boerderijen rond het landhuis liggen verscholen in weilanden, akkers vol mais en koren, Hollandse koeien grazen op het gemak, mensen laten hun hond uit, genietend van de omgeving en het rustige weer.
De wandeling voert langs enorme vijvers vol waterlelies, door oude beukenbossen, langs dromerige boerderijen en strak gemaaide weilanden. Het landhuis zelf staat leeg maar wordt netjes onderhouden door who knows who. het klokje beiert zachtjes de hele uren weg terwijl de donkere wolken rustig langs het uitspansel drijven. Paddestoelen groeien overal en vooral op de natte plekken alsof het ernstig herfst is. Deze wondertjes worden vanzelfsprekend kromgebogen, of plat-op-je-buik liggend gefotografeerd om de fijnste details vast te leggen.
[svgallery name=”NelfenJoppe” link=”De fotoserie vind je via deze link”]
Vandaag een lekker dagje uit geweest naar het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem. Heerlijk weer en leuke dingen gezien. Koffie gedronken, poffertjes gegeten, trammetje gereden en heerlijk foto’s gemaakt van van alles en nog wat. Eigenlijk veel teveel om te zien in een dag, maar kan altijd nog eens terug, en dan wel met museumkaart (die ik nu vergeten was) want dan is de toegang gratis… 🙂
De beelden zijn gemaakt met m’n Canon 1Ds Mark II en Canon EF 35mm F1.4 L USM. Een heerlijke combi om mee te werken.
Vandaag een nieuwe wandeling met de nelfen in een nieuw jaar. De nelfen. Het zijn de edelen van het schone landschap, de helden van de natuur, de beroemdheden van het groen, de prima donna’s van de buiten fotografie, de sterren van de geheugenkaart en de ridders der uitgestrektheden. Uhmm… dus.
Op deze grijze dag zonder spannend licht zou een fotografisch avontuur eigenlijk niet mogen… En toch… Als je goed rondkijkt dan zie je genoeg. Herfst gekleurde bladeren aan kleine beuken, lang gerekte eiken met sokken van heldergroen mos, omgezaagde bomen die lijken te zijn neergevallen in keurige plakjes. Maar ook de avonturiers zelve zijn meer dan de moeite waard om vast te leggen tijdens de wandeling der wandelingen.
Plat licht noemen ze dit. Compleet grijze lucht, zonder accenten, geen zonlicht, geen felle kleuren. En toch is een wandeling in de ochtend door de bossen en langs heidevelden met een paar goede vrinden een heerlijkheid. Frisse lucht en een beetje beweging doet den mensch goed.
De wandeling van vandaag voerde door de bossen van Bruggelen. Ten Zuiden van Apeldoorn aan gene zijde van de A1, ten westen van Beekbergen en ten oosten van Ugchelen. De start van de wandeling was bij de inmiddels beroemde manege Riant. De route voerde door de bossen en langs heidevelden. Vers gekapte bomen, groen mos overal waar je kijkt, dennebomen, winterkale beuken en mistroostige eiken. Gelukkig hadden we de route in een gps geladen en was de wandeling gemakkelijk te vinden zonder de gebruikelijke routepaaltjes.
Het weer hield zich best goed, afgezien van de grijze luchten. Het bleef droog en de temperatuur was aangenaam. Tijdens het wandelen werd het zelfs warm. De verwachte regen bleef uit tot we de terugreis begonnen.
Rond de middag waren we terug bij het begin, de manege Riant. De expeditieleden bestegen de trappen naar het restaurant voor de gebruikelijk kop koffie en vers gebakken appeltaart. De koffie stond zo op tafel, maar de appeltaart was er niet. Tot groot verdriet van de aanwezigen. Het maakte het koffiedrinken echter niet minder prettig. En terwijl in de binnenbak de amazones driftig en stijlvol de verplichte rondjes reden steeg de gezelligheid tot aangename hoogten.
In de regen reden we naar huis na een uitgebreid afscheid van de deelnemers. Een mooie afsluiting van een nieuw avontuur. Zo werd wederom, ende ditmaal een bijna droge expeditie van de nelfen afgesloten. Ook dit avontuur wordt andermaal ende nog eens bijgeschreven in de annalen van de werkgroep natuur en landschap fotografie, met dank aan de enthousiaste groep deelnemers.
[svgallery name=”NelfenBruggelen” link=”Ga hier naar de fotoserie van deze dag.”]
Wel, het was weer een zonnige zondag afgelopen weekend. En als de zon zo hard schijnt met de belofte van herfstkleuren en paddenstoelen dan kun je niet anders dan naar buiten en genieten.
Het was frisser dan de vorige keer, maar dat weerhield de vele hondenbezitters er niet van om er massaal op uit te trekken naar Bussloo. Het paradijsje voor honden. Schijnbaar.
In de zon en uit de wind was het goed uit te houden en tevreden aan een ijsje te likken tijdens een rustpauze in het groene gras.
Hier onder weer de mooiste beelden.
Hopelijk komen er nog veel van dit soort weekenden met zon en wandelingen. 🙂
De wandeling van vandaag deed me onderweg denken aan de eerste strofe van een liedje, gezongen door Drs. P. “Het vriest een graad of veertig, het is winter en vrij koud”… Het vroor niet, het zijn de laatste dagen van de zomer en zo koud was het eigenlijk ook niet… Maar het regende… onophoudelijk en door de stevige wind uit het westen leek het wel een najaarsstorm. Terwijl we de eerste stappen hadden gezet op de slikken van de Slufter begon het te regenen en het hield pas echt op toen we, ’s avonds op de terugweg weer ten zuiden van het IJsselmeer kwamen…
Het plan was goed. Nodig een stuk of wat enthousiaste fotografen uit om een dagje op het eiland Texel te gaan rondhollen en foto’s te maken van de mooie natuur aldaar. De duinen, de zee, het strand, de vogels, misschien een al dan niet verdwaalde zeehond, de bultrug die was gesignaleerd in de wateren rond de wadden, misschien zelfs een door de zon beschenen uitgestrekt landschapje.
De enthousiaste fotografen waren er. Dertien man en vrouw sterk was in de auto gestegen op een onmenselijk vroeg uur en kwam early in the morning aan op de vastigheid van het eerder omschreven eiland. De duinen, de zee, het strand, de vogels waren er al sinds mensenheugenis en dus ook op deze dag. Dat de verdwaalde zeehond niet gezien is, noch de eerder gesignaleerde bultrug, was geen ramp. Maar de onophoudelijke regen en harde wind hadden we kunnen missen als de spreekwoordelijke kiespijn.
De vooruitzichten waren niet geweldig, maar gaven wel droge perioden aan. Later bleek veranderd te zijn in een massief regengebied, wat met harde wind vanuit het westen, in oostelijke richting dreef, precies over het noordelijkste deel van ons kikkerende landje… Zucht.
Maar. Er zijn ook positieve dingen gebeurd tijdens onze dag uit. Na de hereniging met twee expeditieleden die al op het eiland waren, togen we naar een etablissement alwaar we luid zingend de verjaardag vierden van een onzer. Na de koffie en appelgebak klommen we over de duinen naar de Slufter, waarbij na de eerste stappen in de modder van de slikken, de regen begon te vallen. Maar over dat laatste heb ik voldoende geschreven, zo lijkt me. De eerder geplande route werd als verloren beschouwd en het gezelschap trok recht toe richting de zee. Maar niet voor een verzameling Fiatjes uit vroeger tijden was bewonderd en gefotografeerd. Deze stonden op de parkeerplaats van voornoemd etablissement.
De donkere wolken, de regensluiers, de door de wind gegeselde planten en grassen, de modder van de slikken, de door de natuur gegraven kwelders. Het fotograferen werd vrijwel onmogelijk gemaakt door de neder dalende evaporatie. Vlakbij de zee was een flinke duin waar het vriendelijker toeven was, uit de wind. Het gezelschap, gehuld in beschermende kledij besloot uiteindelijk terug te keren naar de voitures om naar de aangekondigde roofvogel show te gaan kijken. Een route door de duinen markeerde een vriendelijk pad terug naar de auto’s en na een boterham en een slok koffie, gleed de karavaan door de niet aflatende regen naar een ander deel van het eiland.
Een soort van tuincentrum, orchideeëntuin en vogelbush, zo werd aangekondigd op een kleurrijk bord. Een bijna vriendelijke warmte kwam ons tegemoet toen we de kassen binnen traden. Bij navraag aan de patron van het etablissement vertelde zij ons fijntjes en geheel; in eigen stijl dat het geheel aan het ‘zeikweer’ zou afhangen of de roofvogels zouden vliegen vandaag. Een onzer maakte de opmerking van de eeuw op zijn eigen intellectuele wijze: “Als ze stil blijven zitten dan vliegen ze in elk geval niet…”. Toch een verheugend moment om even in de nabijheid van zo’n beredeneerd en rationeel mens te mogen verblijven…
Maar er was koffie te krijgen, of eigenlijk een soort van gootwater wat met een druk op de knop in een kopje klotste, we zaten droog en er was een heuse vogelshow en een binnentuin waar allerhande vogeltjes rondvlogen te midden van een weelderig groeiende jungle met bloemen in allerlei kleuren en variaties. De leden met macro objectieven konden hier hun hartje ophalen. Felgekleurde papegaaien, vinkjes, duifjes en allerhande ander gevleugelte fladderde er rond.
De roofvogels vlogen buiten slechts een korte wijle terwijl de regen nu serieus met bakken tegelijk naar benee viel. Toch was het op een vreemde manier een gezelligheid in het etablissement wat we niet hadden willen missen.
Verdere activiteiten werden genegeerd vanwege het aanhoudende slechte weer en het gezelschap vertrok naar het dorpje de Koog voor een serieuze borrel en een hapje van het een of ander. Het eethuis had als passende naam “het biervat” mee gekregen en zag er gezellig genoeg uit met donkerbruine tafels en stoelen. Dertien man zeeg neer bij een stel haastig aaneen geschoven tafeltjes en al snel waren we voorzien van drank en even later ook spijs. Het eerste rondje werd getrakteerd door onze jarige job, hetgeen met gejuich werd ontvangen. De spijs bestond voornamelijk uit pannenkoeken en saté met frieten, wat smakelijk werd verorberd.
Gezelligheid kent geen tijd en dat werd hier nogmaals bewezen. Gelukkig zonder haast, maar wel met enige aandrang werd de rekening betaald en ging de karavaan andermaal op weg naar de boot die ons naar de vaste wal terug zou brengen.
De terugreis verliep voorspoedig, ditmaal door het Friese land. Geen files, die wel werden aangekondigd in het Noord Hollandse deel. Het was al donker toen we thuis kwamen en afscheid moesten nemen van elkaar. De andere auto’s waren uit het oog verloren na het debarkeren en we hadden enkel even gezwaaid naar elkaar ten afscheid.
Zo werd wederom, ende ditmaal een erg natte expeditie van de nelfen afgesloten. Ook dit avontuur wordt andermaal ende nog eens bijgeschreven in de annalen van de werkgroep natuur en landschap fotografie, met dank aan de enthousiaste groep deelnemers.
[svgallery name=”NelfenTexel” link=”Ga hier naar de fotoserie!”]
Op Hemelvaartsdag naar een atractiepark? Ja. De laatste keer dat ik in zo’n park was, was in de Efteling en was ik een spichtig knulletje van een jaar of acht. En dat is heel lang gelee. Deze keer zou het een dagje uit worden met m’n een na jongste zoon Thijs en zijn maat Tjard. Na de min of meer indrukwekkende opening van het park ging het linea recta naar de grootste van de achtbanen, de Goliath. Voor ik goed en wel in de gaten had wat er zou gebeuren ging het ratelend stijl omhoog tot zo’n 40 meter boven NAP. Ik wist niet dat recht naar beneden in een klein karretje met zo’n 100 km per uur zo zou voelen… Pfft. Na de vele bochten, duizelingwekkende snelheden kwam het soepeltjes tot stilstand bij het begin. Het duurde even voor m’n hersens me ingehaald hadden en het me duidelijk werd wat er zojuist was gebeurd! What a rush! Adrenaline stoomde door m’n lichaam en wat ik als reactie kon uitbrengen, zal ik hier niet herhalen.
De volgende achtbaan was een soort van kolenmijntreintje wat net zo hard ging en over een soort van rails, schokkend, piepend en ratelend als een heuse antiekheid. Geradbraakt kwamen we er uit, de route volgend naar de volgende atractie. Een enorme schommel, vermomd als piratenschip. De waterbaan maakte iedereen nat, het enorme ferris wheel maakte het park als een vlekje in Madurodam en de grote waterbaan maakte iedereen nog natter.
De botsautootjes was een aantrekkelijke atractie, de hamburger met frieten smaakte prima als lunch en de misselijkmakende El Condor (waar men bungelend onder de achtbaan hangt) was een poel van gegil. Angst vermoed ik. De Express schijnt een heel snele achtbaan te zijn waarbij je een soort van afgeschoten wordt vanuit een donkere tunnel. Dat was teveel voor mijn ouder wordende corpus. De jongens konden er echter geen genoeg van krijgen. Hoopjes lol.
De rest van het park en haar atracties kwam in een gestaag tempo voorbij met het grootste plezier. Draaimolens, astronaut-achtige lanceringen, nog meer botsautootjes, misselijk makende draaiende wagentjes, spinnende theekopjes, pannenkoeken met stroop, een reuzenschommel met de vreemde naam Tomahawk en alle achtbanen nog een keer. Het was ruim in de avond toen we, na een lekker ijsje, de auto weer opzochten.
Een gave dag. >> [svgallery name=”Walibi” link=”Ga hier naar de fotoserie.”]
Een goede vriendin had het sublieme idee om de Hoge Veluwe te doorkruisen met een witte fiets. Goed plan. Hebben ze trouwens goed geregeld daar. Je parkeert je auto bij de ingang, je koopt een kaartje, je loopt door het hek en kiest een fiets uit. Er zijn er genoeg. Even de hoogte van het zadel aanpassen en peddelen maar. Het weer was goed, niet te warm, veel zon, een straf windje en we hebben ook een regenbui moeten trotseren. Eigenlijk gingen we op zoek naar de boomstronken in het zand die de meest vreemde vormen aan kunnen nemen. De bomen zijn lang geleden omgezaagd en de stobben lijken uit het zand te verrijzen. De wind heeft in de loop van jaren het zand eromheen en tussenuit geblazen. Ik heb eens foto’s gezien van die stronken en het leken net monsters die door het zand heen liepen .
De enorme zandverstuiving haalt het niet bij de immense vlakte van het Kootwijkerzand, waar ik afgelopen weekend was en hier groeit veel minder. Geen mossen, grassen en dergelijke, en maar een enkele vliegden. Terwijl de bossen eromheen vol staan met de meest imposante bomen. Eeuwen oude eiken, beuken en naaldbomen staan langs de fietspaden. Prachtige krentenbomen die in bloei beginnen te komen. Jammer dat er nog niet genoeg kleur op zit. Bij mij voor de deur staan de krenten volop in bloei met creme-kleurige bloemen. De krenten in het park zijn veel ouder en groter, staan in velden van vergeeld gras en tegen de dreigend donkere luchten zou dat een mooi plaatje opleveren. Ach, je kunt niet alles hebben.
Koffiedrinken in de Koperen Pot is een verplichting die men met gemak kan volbrengen. Rond de open haard, waar een knapperend vuur brand, is het goed vertoeven. De koffie is lekker en warmt je een beetje op, want het is nog niet echt zomer buiten. Opvallend is het aantal ouderen wat in het restaurant zit. Hebben zeker een uitje van het tehuis waar ze wonen. Nog opvallender is een groepje tienermeiden die giechelend met een kopje thee bij de open haard zitten. Leuk is het om te raden waarom ze hier zijn. Misschien moeten ze een werkstuk schrijven voor school.
De witte fiets heeft ons zeker 25 km door het park vervoerd en ik moet zeggen dat ik er geen spijt van had toen we de fiets terug plaatsten in de rekken. Behoorlijk zadelpijn, maar voldaan door het lekkere weer, het buiten zijn en het prachtige landschap.